Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 106: Over langdurige liefde en dansende kikkers  »
 
Manon en Felix vieren hun veertienjarige trouwdag op een terrasje in de stad. Ze raken in gesprek met Nel en Toos, die hen trakteren op een gebakje. Ze zijn dolblij dat het Nederlands elftal heeft gewonnen. Leo, een bekende van Toos en Nel mengt zich ook in het gesprek.

“Zullen we dan maar een taartje nemen?” Vraagt Felix. Naast hen zitten twee vrouwen van tegen de zestig met zichtbaar zwart geverfde haren. Het zijn vermoedelijk zussen, want ze lijken sprekend op elkaar.
“Vanzelfsprekend!” Manon knikt instemmend. “Het is onze trouwdag.”
“Gefeliciteerd.” Zegt de vrouw aan het tafeltje naast haar.
“Ja, gefeliciteerd.” Valt de andere vrouw haar bij.
“Dank u wel.” Zegt Manon enigszins verlegen.
“Hoe lang zijn jullie getrouwd?”
“Veertien jaar.”
“Veertien jaar! Dat is een hele tijd tegenwoordig.” Zegt de vrouw naast Manon. “Dat hoor je niet zo vaak meer.”
“Maar we zijn al vijfentwintig jaar samen.”
“Hoor je dat, Toos.” De vrouw, die vermoedelijk haar zus is, krijgt een elleboogstoot.
“And still happy.” Toos knikt instemmend. “Dat zie je zo!”
Felix wenkt de serveerster. Ze draagt een oranje schortje met een klein Nederlands vlaggetje op de linkerheup.
“Nog twee cappuccino graag en een taartje, met twee vorkjes.”
“Dat taartje krijgen ze van ons, niet waar, Nel?” Toos kijkt haar zus vragend aan.
“Ja,” Nel knikt, “maar geen gedoe met twee vorkjes. Allebei een eigen taartje. Ze zijn veertien jaar getrouwd!” Legt ze de serveerster uit.
“Gefeliciteerd." Zegt de serveerster. "Dat hoor je niet zo vaak meer.”
“Dat zeiden wij ook al, hè Nel.”
“Dan krijgen jullie de koffie van ons.” De vrouw met het oranje schortje loopt naar binnen.
“Nou, als dat geen feestje is.” Nel wrijft tevreden in haar handen. “Hoe hebben jullie elkaar leren kennen? Dat vind ik altijd zo spannend.”
“Gewoon in de kroeg.” Zegt Felix enigszins gereserveerd.
“Dat zijn de beste plekken.” Toos lacht schel. "Hier in Den Haag?"
"In een disco in Scheveningen." Vertelt Manon. "Het was liefde op het eerste gezicht en..." Maar de vrouw is alweer afgeleid. Ze stoot haar zuster aan. “Hee, kijk daar heb je Leo!” Manon volgt haar blik en ziet een man in een flodderig pak. De onderkant van zijn gezicht wordt verborgen door een onverzorgde baard en zijn lange, vettige haar is met een stukje touw samengebonden op zijn rug. Onder zijn pantalon zijn grote, harige voeten in sandalen zichtbaar.
“Leo!!” Roepen Nel en Toos tegelijkertijd. De man maakt een klein sprongetje van schrik, maar hij glimlacht als hij ziet wie hem toegeroepen heeft en maakt een zwierige buiging. “Nel en Toos, mijn dierbare vriendinnen.”
Toos klopt uitnodigend op de lege stoel naast haar. Leo kust hen allebei de hand, knikt Manon en Felix toe en gaat zitten.
“Hoe is het met je?” Toos buigt zich vertrouwelijk naar hem toe.
“Klote.” Zegt Leo.
“Kom op, jongen.” Nel kijkt hem opgewekt aan. “Neem eerst eens een lekker bakkie troost.” Ze trekt de serveerster, die net de koffie en de taartjes bij Manon en Felix neerzet, aan haar schortje. "Ook een bakkie voor Leo, Truus.”
“En we hebben nog wel gewonnen met voetbal gisteren.” Toos stoot haar zus veelbetekenend aan.
“Wat was het spannend, hè?" Leo’s gezicht licht op en zijn ogen beginnen te glanzen. "Eindelijk zijn we verlost van het penalty-syndroom.”
Manon prikt voorzichtig een stukje van haar taartje af en laat het op haar tong smelten. Ze luistert afwezig naar het gesprek naast haar.
“Die van der Sar zou ik wel eens lekker willen verwennen.” Zegt Nel. “Wat een fantastische knul is dat.”
“Hou je een beetje in, Nel, die man is gelukkig getrouwd en heb een leuk zoontje.”
“Nou ja, bij wijze van spreken dan. Prachtig hoe die Van Hanegem dat dansje deed... Nou, als er iemand een kouwe kikker is...”
“Ze hadden alleen nooit die Cocu moeten laten schoppen, die jongen mist altijd als het er op aan komt.” Zegt Toos.
“Ach joh, maak je niet druk. Ze hebben toch gewonnen?”
“Dat is waar, daar gaat het om.” Zegt Nel. “Nou Portugal nog. Dat moet een makkie zijn.”
“Ik weet het niet.” Leo trekt met zijn rechtermondhoek. “Ze zullen het waarschijnlijk zonder De Boer moeten doen.”
“Ja, die enkel klapte goed dubbel. Die jongen zal wel een hoop pijn hebben.” Toos kijkt Manon en Felix aan. “Lekker?”
“Heerlijk.” Manon knikt.
“Die twee zijn veertien jaar getrouwd, Leo. Is het geen verrukkelijk stel?”
“Gefeliciteerd, jongens.” Leo staat op. Felix krijgt een hand en Manon een handkus. “Dat is een hele prestatie tegenwoordig.”
Ze knikken beleefd.
“En heb je dat leuke hondje gezien?” Nel wijst naar Bobbe die trillend naar Manon’s taartje zit te kijken.
“Voor hem heb ik wat.” Leo trekt een oranje stuk vilt uit zijn groezelige binnenzak. Het blijkt een grote oranje muts te zijn. “Mij staat-ie toch niet, en dat beest kan er lekker in liggen.” Hij gaat weer zitten en concentreert zich op de suiker die hij met grote hoeveelheden in zijn koffie schept. Hij kijkt dromerig naar een stel dat voorbij loopt met een klein jongetje op een fietsje naast hen.
“Hebben jullie kinderen?”
“Nee, we een hond.” Manon probeert de tegenstribbelende Bobbe in de muts te wurmen. “Dat is genoeg.”
“Groot gelijk.” Zegt Nel.
“Dat is iets wat ik altijd nog wel eens had willen hebben.” Mijmert Leo. “Een zoon. Jammer dat ik die nooit gekregen heb.”
“Wees blij,” zegt Toos, “kinderen, daar mis je nou helemaal niets aan. Niks dan ellende.”
“Ik heb wel een broer. Maar die zie ik ook nooit.” Zegt Leo somber. “Ik zit nou vijfentwintig jaar in die inrichting, en ik heb hem misschien twee keer gezien.”
“Daar mis je dan ook niets aan.” Zegt Nel opbeurend. “Ach, kijk nou, dat koppie.” Ze wijst op Bobbe, die het heeft opgegeven en nu mismoedig in de muts ligt.
Leo lacht tevreden, leegt zijn kopje in een teug en staat vervolgens op. “Portugal gaat zeker winnen.” Zegt hij. “Onze jongens hebben namelijk in totaal acht keer tegen de Portugezen gespeeld en ze hebben maar een keer gewonnen. Dames... ik dank u wel voor de koffie.”
Hij maakt een diepe buiging en loopt weg om ietsje verderop neer te strijken naast een muzikant op een kleedje en ze horen hem luid meezingen: “The answer my friend, is blowing in the wind.”

Gepubliceerd: 27-06-06. Vond plaats op: 27-06-04. Tags:  liefde en relatie ; voetbal ;