Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 129: Over ongekroonde frietkoningen en gekraakte parketpc’s  »
 
Manon en Nijsje eten een patatje op het plein. Nijsje wordt onredelijk boos als Jordi een paar frietjes wil oprapen die hij heeft laten vallen. Ze is gespannen en moe van het opruimen en inpakken ter voorbereiding van haar reis. Emilio wil de computers in de handbagage meenemen en ze is blij dat er een kapot is. Manon waarschuwt haar de harde (...)

“Jordi, kijk uit!” Nijsje grijpt de arm van de peuter die zijn zak patat gevaarlijk schuin houdt. Er vallen een paar frietjes op de grond. Jordi legt voorzichtig de blauw geruite zak op de stenen bank en bukt zich om de lekkernij op te rapen.
“Bah!” Roept Nijsje “Niet doen!”
Hij kijkt haar verbouwereerd aan, zijn onderlip trilt.
“Dat is toch vies!”
Jordi’s ogen vullen zich met tranen.
“Ja, nou nog huilen ook.” Roept Nijsje uit. “Nooit kunnen we eens gewoon wat leuks doen.” Ze pakt de geruite zak. “Ik gooi deze patatjes ook wel weg!”
“Nijsje, je bent volkomen onredelijk.” Manon kijkt met stijgende verbazing naar haar zus, die anders altijd de zachtaardigheid zelve is en trekt het huilende jongetje naar zich toe. “Laat hem toch, wat geeft dat nou? Het kan helemaal geen kwaad als hij die patatjes nog opeet.”
“Daar zitten allemaal bacterieën aan.”
“Niet als het net gevallen is.” Zegt Manon. “Als je ze direct weer opraapt kunnen de bacteriën zich er nog niet aan hechten.”
“Dat kan wel wezen,” Nijsje snuift, “maar dan moet jij maar eens vertellen hoe ik Jordi moet uitleggen dat hij deze patatjes wel mag opeten, maar die niet.” Ze wijst naar een platgetrapte zak, waar een paar bruine, uitgesmeerde frieten onderuit steken.
Daar heeft Manon zo gauw geen antwoord op. “In ieder geval is het geen reden om zo onredelijk tegen hem te doen.” Ze strijkt het jongetje dat nog staat na te snotteren over zijn haar en houdt hem een patatje voor. “Hier, Jordi.”
Hij pakt het aarzelend aan, met een schuine blik op zijn moeder gericht.
“Je hebt wel gelijk.” Nijsje slaakt een diepe zucht. “Maar ik ben ook zo vreselijk moe.”
“Dat is heel rot voor je, maar daar hoeven de kinderen toch niet onder te lijden?” Manon is onverbiddelijk. “Je hebt zelf besloten om weg te gaan.”
“Ja.” Nijsje’s stem trilt en haar ogen vullen zich met tranen.
Manon heeft direct spijt van haar opmerking. “Lig je een beetje op schema?” Vraagt ze daarom maar vergoelijkend.
“Dat wel.” Nijsje slikt en probeert haar tranen terug te dringen. “Maar het is wel heel veel werk. En ik weet ook wel dat de kinderen daar niet onder mogen lijden maar ze kunnen zo vervelend zijn. En deze hier,” ze wijst naar haar zoontje wiens tranen zijn opgedroogd, “is daarbij ook nog ontzettend jaloers. Als hij wakker is moet ik heel goed op hem letten want hij kan heel agressief reageren op andere kinderen.”
“Jordi?”
“Jazeker. Hij slaat erop als hij de kans krijgt.” Nijsje fronst bezorgd haar wenkbrauwen. “En ik maak me natuurlijk ook zorgen om mama. Hoe zal ze zijn als ik terug kom?”
Manon zwijgt.
“En dan zit ik nog met een man die van die onwijze dingen wil. Nou moeten de computers weer mee in de handbagage.”
“In de handbagage!” Roept Manon uit. “Mag dat?”
“Emilio zegt van wel. Nou ja, hij zoekt het maar uit. Een van de computers doet het gelukkig niet meer, er zit een of ander virus op. Die kunnen we beter bij het grootvuil zetten, want daar kun je toch niks meer mee.”
“Als je maar zorgt dat Emilio de harde schijf formatteert voor hij hem aan de straat zet. Of eruit haalt, dat is nog beter. Dat had die Tonino natuurlijk ook moeten doen. Peter R. de Vries kon alle bestanden zo openen. Allemaal vertrouwelijke dossiers over allerhande strafzaken. En allerlei inlogcodes voor zijn emailadressen, belastingaangiftes, de hele mikmak. Hij had hem gewoon moeten inleveren bij het parket, dan hadden ze hem professioneel kunnen vernietigen.”
“Wel een beetje onnozel.” Beaamt Nijsje. “Maar over die van ons hoef je je echt geen zorgen te maken, hoor. Ik ben geen officier van Justitie en er is niet veel kans dat Peter R. de Vries in ons grofvuil komt snuffelen.”
“Het gaat om het principe. Als het om veiligheid gaat, zijn mensen zo onnozel. Op tv lieten ze Tonino’s wachtwoord zien, dan is het niet zo moeilijk om zijn gebruikersnaam te raden. Dat was waarschijnlijk gewoon JTonino of JoostTonino of iets dergelijks. In ieder geval is dat zo uitgeprobeerd. En als wachtwoord nemen mensen vaak een van hun kinderen of hun huisdieren.”
“Oh.” Nijsje kijkt bedremmeld.
“Jij toch niet?” Manon kijkt haar bestraffend aan.
“Eigenlijk wel.”
“Dan zou ik dat maar gauw veranderen. Een slim virus heeft dat volgens Felix zo te pakken."
"Hoe dan?"
"Die installeert een keylogger. Dat is een soort programmaatje dat alle toetsten die je aanslaat vast legt. Die worden vervolgens opgestuurd naar de virusontwerper die dan op zijn gemak de passwords kan opsporen omdat naam en password bij elkaar horen”
“Je moet maar niks te doen hebben.” Mokt Nijsje.
“En windows bewaart zijn passwords op een vaste plek, dat is ook lekker handig."
“Maar hoe kun je dan wèl veilig emails versturen?” Nijsje kijkt naar Jordi die inmiddels in de zandbak is gekropen. “Die van mij mag iedereen lezen, hoor, maar zo’n Tonino bijvoorbeeld?”
“Encrypted. Dat is de enige oplossing. Felix was ook heel verbaasd dat Justitie dit soort technieken niet gebruikt.”
“Of Tonino kon er niet mee omgaan.” Zegt Nijsje."Lullig van die Peter R. de Vries om het nu zo in de media te brengen. Die man is misschien een beetje dom geweest, maar dat doe ’ie heus geen tweede keer.”
"Die kans krijgt hij ook niet meer. Hij heeft gisteren zijn functie ter beschikking gesteld. Hij vind dat zijn geloofwaardigheid als openbaar aanklager aangetast is." Manon pakt de blauwgeruite zak op, die Jordi heeft neergelegd om te gaan spelen. "Snack verstandig: eet een patatje gezond!" leest ze de leus voor die op de zak gedrukt is.
“Typisch Bram Ladage.” Nijsje lacht. “Onze ongekroonde frietkoning. Volgens mij gelooft hij dat zelf nog echt ook. Hij heeft ooit gezegd dat één zak patat per week heel verantwoord is. Wel zìjn zelfgemaakte friet natuurlijk, omdat die in zuiver plantaardige sojaolie gebakken wordt.”
“Dus zeker nog cholesterolverlagend ook.” Manon glimlacht cynisch. “Maar het is wel heerlijke friet.”
“Die ga ik echt missen!” Nijsje knikt spijtig en haalt een patatje door de gele smurrie. "De mayonaise is natuurlijk de echte boosdoener. Dat is alleen nog maar vet. Maar het is natuurlijk wel wat ons lichaam wil. Vet en koolhydraten. Dat zit helaas in onze genen. Voor de mens in zijn natuurlijk habitat was het een pre om veel te kunnen eten en goed vet te kunnen opslaan. Zo kon je de tijd overleven dat er een tekort aan voedsel was. En veel bewegen...” ze wijst naar een jogger die langs holt, “was helemaal onverstandig. Je liep alleen maar risico dat je je kostbare vetlaag verbrandde die je kon redden in tijden van nood. Maar nu werkt het tegen je, want je loopt kans dat je straks geen aanvullende verzekering meer kan krijgen. Ik hoorde trouwens van een collegaatje dat bij bepaalde ziektekostenverzekeringen je lengte en gewicht wordt gevraagd. Ze kunnen dan berekenen hoe groot het risico is om jou in de verzekering te nemen en ze kunnen je dan straks uitsluiten van een aanvullende verzekering.”
“Ik vraag me af of ze dat mogen doen.” Manon fronst haar wenkbrauwen.
“Het lijkt me ook vreemd, maar ik kan me er ergens wel iets bij voorstellen, want overgewicht verhoogt het risico op allerlei ziektes. Diabetes, kanker, gewrichtsklachten, hart- en vaatziekten... om over de nodige psychische en sociale problemen nog maar te zwijgen. Het rare is dat ze niet naar roken vragen.”
“Mensen die roken zijn relatief goedkoop voor de verzekering.” Manon verfrommelt het lege frietzakje en mikt het naast zich in de prullenbak. “Ze gaan lekker snel dood en zijn nooit zo lang ziek.”
“En ze betalen veel belasting.” Nijsje lacht. “Eigenlijk zou de overheid mensen dus juist moeten stimuleren om te gaan roken, dat zou de kosten van de gezondheidszorg echt verlagen. Want mensen die stoppen met roken gaan snoepen, worden dik en dan zit je weer met die moeilijke, dure gevallen. Wacht even.” Haar gezicht betrekt. Ze staat abrubt op en loopt naar de zandbak waar Jordi bezig is het hoofd van een ander kind met een plastik schepje te bewerken. “Jordi! Nee!” Hij staat stokstijf stil als hij zijn moeder ineens zo dicht achter zich hoort. “Meekomen. Nu!”

Gepubliceerd: 13-10-06. Vond plaats op: 13-10-04. Tags:  ict en telecom ; obesitas/overgewicht ; privacy ; veiligheid en beveiliging ; voeding ;