Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 131: Over zorgwekkende cultuurdevaluatie  »
 
Manon gaat naar de Stichting om met Teun, Freek en Francisca haar verjaardag te vieren. Ze heeft een spinazietaart gebakken die ze nogmaals wil opwarmen. Volgens Freek is dit heel gevaarlijk, maar Teun lacht hem uit. Manon krijgt “De Asielzoeker” van Arnon Grunberg, die de AKO-literatuurprijs heeft gewonnen. Freek wordt uit de bijeenkomst (...)

“Manon!” Francisca komt met uitgespreide armen op haar toelopen. “We dachten al dat je ons vergeten was.”
“Hoe kan ik jullie nou vergeten!” Manon zet voorzichtig de hartige taart op tafel en neemt Francisca’s omhelzing in ontvangst. “Elke maandagochtend word ik nog wakker en denk aan de Stichting.”
“Dat zal wel, ja.” Francisca tilt voorzichtig een hoekje van het aluminiumfolie op. “Mmmm, dat ziet er lekker uit. Waar hebben we dat aan verdiend?”
“Omdat ze jarig was vorige week.” Freek komt binnen met een pakje in zijn handen.
“Jeetje, helemaal vergeten.” Francisca omhelst haar weer. “Gefeliciteerd nog, hè.”
“Ik wist al dat je er was.” Teun komt aanlopen met in de ene arm een bos appeltakken. Vanaf de andere arm kijkt Bobbe haar baas triomfantelijk aan. "Je discipel heeft je al aangekondigd. Nog gefeliciteerd, he.” Hij duwt haar de bos takken in haar handen.
“Dank je wel.” Manon bewondert de takken met de fraai gekleurde blaadjes en kijkt met een schuin oog naar het cadeautje.
“Nee, nog niet.” Beslist Freek. “Eerst kijken wat je hebt meegebracht.”
“Een hartige spinazietaart. Na vorig jaar brand ik mijn handen niet meer aan een vruchtentaart." Manon knipoogt naar Teun. "Eigenlijk moeten we hem even opwarmen.”
“Nee.” Freek schrikt. “Spinazie mag je nooit opnieuw opwarmen, dan komt er nitraat vrij. Daar krijg je maagkanker van.”
“Ben je gek.” Teun haalt de folie van de taart af. “Dat verband is nog nooit wetenschappelijk aangetoond. Ze zeggen nu juist weer dat nitraat beschermt tegen maagkanker. Het wordt namelijk in de maag omgezet in stikstofmonoxide en samen met het daar al aanwezige zoutzuur is het buitengewoon effectief tegen allerlei bacterieën. Ook tegen cariës, dus het is nog goed voor onze tanden ook.”
“Dat kan wel wezen.” Freek trekt een pruillip. “Maar ik eet mijn puntje toch liever koud.”
“Zal ik nou wel of niet?” Manon kijkt aarzelend van de een naar de ander.
“Gewoon opwarmen.” Zegt Teun.
“Ja, warm is hij vast lekkerder.” Beaamt Francisca.
“Snij er voor mij dan maar vast een puntje af.” Roept Freek als Manon de taart op een glazen schotel legt. Ze snijdt er een punt uit en zet de rest in de oven.
“Nou, zo lang hoef je ook niet op je cadeautje te wachten.” Teun duwt het pakje in haar handen. “Maak maar open.”
“Ik had helemaal geen cadeautje meer verwacht.” Manon peutert voorzichtig aan een van de plakbandjes. “Ik ben nu toch een ex-collega?”
“Het is ook de laatste keer. Maar nu hoor je er nog een beetje bij.”
“Wat leuk! De Asielzoeker!” Roept Manon uit als ze het papier van het pakje heeft gescheurd.
“Je houdt toch wel van Grunberg?” Teun kijkt haar onzeker aan.
“Wie houdt er nou niet van Grunberg.” Manon’s vingers glijden liefdevol over de gladde gele cover van het boek. Er zijn twee grote, zwarte, met spelden vastgeprikte vliegen op afgedrukt. "Het is helemaal hot want hij heeft de AKO-literatuurprijs gewonnen.”
“Dat is de reden dat ik het wel aandurfde.” Zegt Teun. “Het is nu al de tweede keer dat hij die krijgt, dus het zal wel goed zijn.”
Fantoompijn.” Manon knikt. “Die heb ik ook.”
“Heb je de prijsuitrijking gezien?” Vraagt Francisca.
“Nee.”
“Het was in RTL Boulevard.”
“Dat heb ik gehoord, ja.” Manon schudt meewarig haar hoofd. “Dat lijkt me nou niet het meest geschikte programma voor de uitreiking van een literaire prijs. Vroeger was het allemaal veel serieuzer, toen werden ze geïnterviewd door Adriaan van Dis.”
“Beau en Albert deden het anders keurig.” Zegt Francisca. “Ik hield ook mijn hart vast toen ik het hoorde, maar het is vlekkeloos verlopen."
"Ik had liever gehad dat Bernlef won. Daar ben ik nou weer dol op." Zegt Freek. "Maar Grunberg was wel mijn tweede keuze. Ik vind het zo sympathiek dat hij zijn prijs beschikbaar stelt voor het vertalen van buitenlandse boeken die hij belangrijk vindt voor Nederland.”
"Is dat zo?" Manon is verrast. "Dan ben ik er nog blijer mee. Hij komt naast mijn andere Grunbergs in de boekenkast."
“Ik heb geen boekenkast want ik koop eigenlijk nooit boeken.” Bekent Freek. “Ik haal ze in de bibliotheek. Maar dan moet je wel geduld hebben, want meestal zijn de boeken die ik wil lezen uitgeleend.”
“Dat hoor je vaak.” Manon loopt naar de keuken en pakt een stapel schoteltjes uit de kast. “Dat het betere boek uit de bibliotheken verdwijnt. En dan hebben wij nog mazzel dat we in de stad wonen. De bibliogheek heeft hier tenminste nog een flink budget. Het schijnt dat de dorpsbibliotheken alleen nog maar bestsellers opkopen, want hun subsidie is gekoppeld aan de uitleencijfers.”
“Belachelijk. Die kun je ook bij Albert Heijn of het Kruidvat kopen met je airmiles.” Freek steekt een stukje spinazietaart in zijn mond. “Ik vind dat bibliotheken zich aan hun culturele taak moeten houden. Ik las pas dat in totaal bij alle bibliotheekvestigingen in Nederland maar twaalf exemplaren van de Brieven van Erasmus te vinden zijn.”
“Dat lijkt me meer dan genoeg!" Teun kijkt hem geamuseerd aan. "Daar zit toch niemand op te wachten?”
“Het is anders wel een van de waardevolste cultuuruitingen.” Zegt Freek verdedigend.
"Maar als ze maar staan te verstoffen heeft dat toch ook weinig zin? En als je het wilt hebben is het ook geen probleem. De bibliotheken gaan steeds meer samenwerken. Als ze bij ons in de bieb een boek niet hebben, hebben ze het na een paar dagen al uit een andere bibliotheek voor me gehaald.”
“De flutboeken die jij leest hebben ze vast wel.” Zegt Freek zuur.
“Als ze in ieder geval nou maar die vaste boekenprijs handhaven.” Manon snijdt de taart aan. “Want anders kunnen we straks alleen nog maar bestsellers kopen bij het Kruidvat. Daar kunnen de kleine boekhandelaren nooit tegenop concurreren en zullen verdwijnen.” Ze verdeelt de taart over de schoteltjes. “Daar is natuurlijk niemand bij gebaat."
"We hebben Bol gelukkig nog." Zegt Teun.
“Freek?” Een kleine vrouw met een spits gezicht loopt aarzelend op hen af. Ze heeft donkere kringen onder haar ogen.
“Laura!” Roept Francisca uit. “Gefeliciteerd! Je hebt alles verkocht, hè? Jongens, Laura is een van de kunstenaars die een kunstwerk voor de Aldi-collectie mocht maken.”
“Alles verkocht?” Vraagt Teun.
“Dat was niet zo moeilijk." De vrouw lacht verlegen. "De mensen hadden voor dertien euro een ingelijst kunstwerk.”
“Kunstwerk?” Teun trekt zijn wenkbrauwen op. “Ik dacht dat het reproducties waren.”
“Nou ja,” Laura kijkt hem onzeker aan, “wel persoonlijk door mij gesigneerd en genummerd. Een oplage van drieduizend stuks.” Ze schudt even met haar hand. “Ik voel het nog.”
“Lekker origineel.” Zegt Francisca. “Maar ja, wat wil je voor dat geld.”
“Wat hield jij er nou zelf aan over?” Vraagt Teun.
“Ongeveer vijftig cent.” Zegt Laura terughoudend. “Maar ik heb het geld binnen twee dagen verdiend. Aldi regelde verder alles.”
“Dat moest er nog bijkomen dat ze dat niet zouden doen.” Zegt Manon schamper. “Vijftig cent. Waarom heb je er in godsnaam aan meegedaan? Je ondermijnt toch de hele markt op deze manier?”
“Hoor eens, ik ben er ook niet trots op.” Laura kijkt haar enigszins ongelukkig aan. “Maar het zijn geen gemakkelijke tijden voor een kunstenaar en ik hoop er een beetje naamsbekendheid mee op te bouwen. Misschien dat de mensen die mijn werk mooi vinden een echt schilderij van mij willen hebben.”
“Je wilt je klantenkring uitbreiden via de Aldi?” Teun lacht schamper. “Daar zou ik maar niet op rekenen. Die mensen willen wel een gesigneerde reproductie voor dertien euro, maar die gaan heus geen vijfhonderd euro neertellen voor een origineel. Die zien het verschil niet eens.”
“Ik heb er in ieder geval wat mee verdiend.” Laura legt haar hand op Freek’s arm. “Kan ik je even spreken over die subsidie?”
“Ik kom.” Freek zet zijn schoteltje neer. “Lekker, Manon. Bedankt.”
“Wat een volksverlakkerij.” Zegt Manon als Freek en Laura buiten gehoorafstand zijn. “Reproducties voorzien van een handtekening en een nummertje en dan zeggen dat het kunstwerken zijn.”
“En het zijn nog slechte reproducties ook.” Zegt Teun. “Heb je ze gezien in de krant?”
“Nee,” Manon schudt haar hoofd, “gelukkig niet, en zo te horen mis ik er ook niet veel aan.”
“Toch zou het kunnen dat zo’n Aldi-kunstwerk een goede investering is.” Probeert Francisca. “Ik heb gehoord dat die Duitse Aldi-kunstwerken op een internetveiling al twee keer zoveel waard zijn geworden.”
“Goede investering?” Manon lacht schel. “Een hype, dat is het. Let op mijn woorden: over een paar jaar ligt alles op de rommelmarkt.”

Gepubliceerd: 26-10-06. Vond plaats op: 26-10-04. Tags:  beeldende kunst ; kunstsponsoring ; literatuur ; voeding ;