Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 145: Over frauduleuze verkiezingen en vergiftigde presidentskandidaten  »
 
Manon ontmoet in het bos de Okraïense Aleona, die rechter bij het Europees Gerechtshof blijkt te zijn. Ze praten over de frauduleuze verkiezingen en de rol van Rusland daarin.

Kan ik morgen met jou mee terug rijden uit Rotterdam? Gr. Manon.” Als Manon op verzenden drukt om het sms-je naar Fadona te versturen hoort ze een ietwat hese vrouwenstem met een accent vragen: “Heeft u er bezwaar tegen als wij naast u komen zitten?”
Manon kijkt op naar de vrouw die naast het bankje staat. Ze heeft een grof, kaarskleurig gezicht. Voor haar staat een rolstoel waar een oudere vrouw in zit met een soortgelijk gezicht in een geliger versie.
“Nee, hoor.” Manon maakt een uitnodigend gebaar met haar arm. Behoedzaam rijdt de vrouw de rolstoel naar de zijkant van het bankje en draait hem zo dat het lage zonnetje het gezicht van de oude vrouw kan verwarmen. Ze buigt zich voorover en stelt haar in een voor Manon onverstaanbare taal een vraag. De oude vrouw knikt. Bobbe komt even kijken naar al het rumoer bij het bankje om te controleren of alles nog goed gaat met Manon. Als de oude, bevende hand zich verlangend naar haar uitstrekt wendt ze zich ongeïnteresseerd af en verdiept zich weer in haar spel met de afgevallen bladeren.
“Mijn moeder.” De vrouw met het grove gezicht veegt met haar hand over het bankje en gaat zitten. “Ik probeer haar zoveel mogelijk te laten genieten van de mooie dingen van dit land.”
“Groot gelijk.” Manon knikt werktuiglijk. Ze kijkt naar de oude vrouw en haar blik valt op het oranje vlaggetje aan de rolstoel. “Is uw moeder voetbalfan?”
“Hoezo?” De vrouw kijkt haar niet begrijpend aan.
“Dat oranje vlaggetje.”
“Oh, dat!” De vrouw lacht. “Nee, dat is de kleur van Joesjtsjenko. Mijn moeder woont in Kiev en is een van zijn fanatiekste aanhangers. Oekraïne.” Legt ze uit als ze Manon’s vragende gezicht ziet. “U heeft toch wel gehoord van de verkiezingsfraude daar? Joesjtsjenko had moeten winnen. Er is enorm gefraudeerd door Koetsjma en Janoekovytsj.”
“Ho!” Manon steekt haar hand op. “Dat gaat me een beetje te snel. Wie is Jakoenovitsj ook al weer? Is dat de huidige president?”
“Janoekovytsj.” Vebetert de vrouw haar. “Nee, dat is degene die nu onterecht tot winnaar is uitgeroepen. Koetsjma is de huidige president.”
“Het zijn ook wel ingewikkelde namen.” Manon zucht.
“Mijn naam is niet zo moeilijk.” De vrouw steekt onverwacht haar hand uit. “Mijn voornaam althans. Ik ben Aleona.”
“Manon.” Verbouwereerd grijpt Manon haar hand.
“Dat is ook niet zo moeilijk.” De tanden van de vrouw steken donker af tegen haar wasachtige huid.
“Misschien een schrale troost voor u maar vrijwel iedereen is er inmiddels van overtuigd dat de verkiezingen zijn gestolen.”
“Behalve de Russen dan.” Zegt Aleona zuur. “Die houden stug vol dat Janoekovytsj eerlijk heeft gewonnen. Janoekovytsj en eerlijk winnen...” Ze schudt haar hoofd. “Het is een schurk van het ergste soort. Hij heeft twee keer in de gevangenis gezeten voor beroving en mishandeling.”
“Waarom zijn de Russen dan zo dol op hem?”
“Dat is heel vaag, er is niet veel bekend over die man. Zijn dossier wordt bewaard in Rusland. Het blijft natuurlijk een vreemde zaak dat iemand met een gevangenisverleden zo’n mooie politieke carrière heeft. Het zou me niet verbazen als de Russen hem daarbij een handje geholpen hebben om hem als pion in dit spel in te kunnen zetten.” Aleona dempt haar stem iets. “Met hun macht over hem hebben de Russen macht over Oekraïne.” Ze buigt zich vertrouwelijk naar Manon toe. “Wist je dat ze drie miljoen dollar in zijn campagne hebben gestoken?”
“Dat wist ik niet.” Manon trekt zich wat terug voor de zurige adem van de vrouw. “Ik weet wel dat Poetin de eerste was om Jakoenovitsj te feliciteren.”
“Ja, natuurlijk was Poetin er als de kippen bij. Die vindt nog steeds dat Oekraïne bij Rusland hoort, net als de andere nieuwe staten die vroeger bij het Russische Rijk hoorden. Eigenlijk vindt hij dat hij mag bepalen wat er bij ons gebeurt. Wat dat betreft is er bar weinig veranderd. Ze noemen het nog altijd Klein-Rusland.”
“Zo zie ik het eigenlijk ook altijd.” Bekent Manon. “Ik ken het eigenlijk niet zo goed.”
“Dat is de schuld van Koetsjma.” Zegt Aleona verbitterd. “Die heeft altijd van twee walletjes willen eten. Van Rusland de goedkope olie en het gas en krediet van het Westen. Maar Oekraïeners hebben wel degelijk een eigen identiteit. Dat zal de komende dagen nog wel duidelijk worden.”
“Ik heb wel bewondering voor al die mensen die daar zo vreedzaam aan het demonstreren zijn.” Manon denkt aan de honderdduizenden mensen die in Kiev dag en nacht de extreme kou trotseren voor nieuwe, eerlijke verkiezingen. "Dat moet toch voor Joesjtsjenko wel een enorme steun in de rug zijn.”
“Bijna een half miljoen.” Aleona knikt trots: “Het zal oranje blijven tot er eerlijke verkiezingen zullen komen.”
“Die demonstratie is wel heel goed georganiseerd.” Vindt Manon. “Alles gaat zonder geweld. En ze hebben alles! Warme kleren, tenten, slaapzakken en voedsel, videoschermen en er zijn zelfs optredens. Het lijkt wel alsof ze alles voorbereid hadden.”
“Dat is ook zo want ze hadden dit verwacht.” Aleona’s stem klinkt trots. “Pora is heel goed georganiseerd. Het is een studentenbeweging die financieel wordt ondersteund door bedrijven en particulieren die achter hen staan. Ze streven naar een betrouwbaar politiek beleid en vrije pers. Ze hebben goed gekeken naar Optor, de Servische beweging die een grote rol heeft gespeeld bij de onttroning van Milosevic in 2000. Mijn zoon, Boris, is lid van Pora. Het was eerst de bedoeling dat hij met mijn moeder mee naar Nederland kwam, maar nu heeft hij zijn vakantie opgeofferd voor deze demonstratie.”
Bij de naam Boris is de oude vrouw opgeveerd. Ze brabbelt wat in het Oekraïens en Aleona antwoordt haar. Manon luistert naar de voor haar onverstaanbare, harde klanken en kijkt naar het zonlicht dat over de donkerbruine bosgrond strijkt, hier en daar behoedzaam een geel blad aantippend dat helder als een ster oplicht in het grauwe bladertapijt. De vijver ligt er roerloos bij. In de bladerloze boom boven het bruggetje zit een blauwe reiger als een vale gier argwanend naar Bobbe te staren, die nog steeds druk in de weer is met de afgevallen bladeren.
“Ze zegt dat ze trots is op Boris.” Aleona wendt zich weer tot Manon. “Ik ook. Als ik daar was zou ik ook mee demonstreren.”
“Ik begrijp dat jij hier woont?”
“Bijna acht jaar geleden ben ik getrouwd met een Nederlandse man.”
“Dan spreek je wel goed Nederlands.”
“Dat moet ook wel. Ik ben rechter.” Aleona lacht opnieuw haar kaarsbleke gezicht open. “Voor het Europese Gerechtshof.”
“Dat lijkt me een drukke baan. Ik neem aan dat je dan in Brussel werkt? Reis je dan heen en weer?”
“Ik heb daar een appartementje. Maar nu heb ik vakantie want mijn moeder is bij me.” Ze kijkt met liefdevolle blik naar de vrouw in de rolstoel en strijkt met haar hand over de lichtblauwe deken die over haar moeders benen ligt. “Ze woont bij mijn broer in Kiev, maar ik ben blij dat ze nu hier is met al die toestanden, want je weet niet wat er gaat gebeuren. Maar als het aan Joesjtsjenko ligt wordt er niet gevochten.”
“Wat ziet die man er trouwens slecht uit!” Het pokdalige, opgezwollen gezicht van de presidentskandidaat verschijnt op Manon’s netvlies.
“Een jaar geleden was het nog een hele knappe man. Ze denken dat hij vergiftigd is. Hij is in Oostenrijk onderzocht, maar daar hebben ze niets gevonden omdat hij daar te laat arriveerde om het vast te kunnen stellen. Maar het zou me helemaal niet verbazen, want hij begon ziek te worden toen bleek dat hij in de peilingen voor stond. In september hebben ze trouwens ook al geprobeerd hem te vermoorden.”
“Oh?”
“Een vrachtwagen met zand probeerde hem toen van de weg af te duwen. Nooit te bewijzen natuurlijk.” Aleona’s stem klinkt bitter. “Maar ze krijgen hem niet klein. Hij zal nooit toestaan dat ons land verkwanseld wordt aan de Russen. En zijn aanhangers zullen voor hem blijven demonstreren tot ze er bij neervallen.”
“Het is in ieder geval bemoedigend dat ze besloten hebben dat de verkiezingen niet geldig zijn zolang de zaak voor de rechter ligt.” Manon staat op en kijkt naar de rij bomen in de verte, waar de zon nog achter de kale takken zichtbaar is. “Het wordt koud.” Ze pakt haar fiets, die tegen een boom staat. “Kijk, deze boom is ziek.” Ze wijst op de bruine plekjes op de stam waar bruin vocht uit loopt. “De boswachter heeft me verteld dat het een bloedingsziekte is. Over een poosje barst de bast open.”
“Ik heb geen verstand van bomen.” Aleona is ook opgestaan en bestudeert de bast. “Wat is het voor een?”
“Een kastanjeboom.” Er borrelt ineens een vraag in Manon op. “Waarom noemen ze de opstand in Oekraïne eigenlijk de kastanjerevolutie? Omdat er veel kastanjebomen op het plein staan? Of is de kastanje het symbool voor Joesjtsjenko?”
“Nee, het is heel wat minder prozaïsch.” Aleona lacht terwijl ze de rolstoel van haar moeder van de rem haalt. “Het is genoemd naar de gepofte kastanjes voor de verkleumde mensen.”

Gepubliceerd: 24-11-06. Vond plaats op: 24-11-04. Tags:  demonstraties en rellen ; Oekraïene ; politiek buitenland ; Rusland ; verkiezingen ;