Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 193: Over onervaren diplomaten en destructieve metrobommen  »
 
Manon en Kim zijn bij Helen om Jim op te halen die met Geert’s zoon bevriend is geraakt. Ze praten over de bomaanslagen die in Londen hebben plaats gevonden en over Samir A. en de Nederlandse strijd tegen de jihadisten. Geert schuift aan en beschuldigt Kim ervan dat haar land Nederland met incompetente ambassadeur opzadelt.

“Dus jij bent de moeder van Jim?” Helen schudt Kim’s hand en legt met een amicaal gebaar een hand op haar schouder. “De jongens zitten boven achter de nintendo.”
“Ja, dat was een goeie, hè, om die twee met elkaar in contact te brengen.” Manon steekt haar neus in de lucht. “Mmmmm.... Wat ruikt het hier lekker!”
“Appeltaart, maar je moet nog even geduld hebben.”
“Ben jij die keukenprinses die Manon altijd zo ophemelt?” Vraagt Kim.
“Manon moet niet zo overdrijven.” Helen kijkt haar vriendin geamuseerd aan. “Ik vind koken en bakken gewoon leuk.”
“Je doet het toch ook professioneel? Die dineetjes die je bij musea geeft?”
“Soms.” Helen wijst op haar dikke buik. “Maar daar ben ik nu even mee gestopt. Te zwaar voor mijn rug.” Ze loopt naar de trap en roept: “Geert! Manon en Kim zijn er. Wil jij koffie maken en de appeltaart brengen over tien minuten?”
“Doe ik.” Klinkt het van boven.
“We zitten in de tuin!” Helen loopt door de keuken naar buiten. “Kom jongens, het is heerlijk weer.”
Kim en Manon lopen achter Helen aan naar het terrasje achter in de prachtig aangelegde tuin. “Thomas vindt het zo jammer dat jullie morgen al weer weg gaan, die twee hebben elkaar net gevonden. Hij wil trouwens graag mee naar Schiphol om jullie weg te brengen.”
“Ik weet het niet....” Kim kijkt bedenkelijk. “We gaan al heel vroeg weg. Ik verwacht dat het een chaos zal zijn op Schiphol.”
“Vanwege die bomaanslagen in Londen? Dat is toch alweer vier dagen geleden.”
“Ik heb gelezen dat er extra veiligheidsmaatregelen zijn genomen en dat betekent meestal extra vertragingen op luchthavens.”
“Volgens Geert valt het wel mee.” Helen wurmt zich in een hangmat die aan een dikke tak van de appelboom hangt. “Lekker voor mijn rug.” Zegt ze als ze Manon’s opgetrokken wenkbrauwen ziet. “Zeg, Kim, jij wàs toch in Londen vorige week?”
“Ik ben godzijdank maandag teruggekomen.” Kim gaat op een van de tuinstoelen zitten. “Ik moet er niet aan denken wat er gebeurd zou zijn als ik daar met Gaby was geweest op dat moment. We hadden een hotel vlakbij King’s Cross, dus daar namen we ook steeds de metro. En meestal ook rond die tijd.”
“Op King’s Cross zijn de meeste doden gevallen.” Zegt Manon opgewekt. “Het zijn er inmiddels al iets van vijftig.”
“Vreselijk toch!” Kim schudt haar hoofd. “Ik zou nooit meer de metro durven nemen als ik in Londen woonde.”
“Ach, hoe gek wil je je laten maken?” Zegt Helen. “Zo’n aanslag is absoluut mislukt als de mensen gewoon doorgaan met hun dagelijkse bezigheden. Dat doen die Britten hartstikke goed. Nou ze zijn ze natuurlijk wel gewend aan terreur, ze zijn al jaren met aanslagen bestookt door de IRA.”
“Weten ze nou al zeker dat die het niet waren?” Vraagt Manon.
“Al Qaeda heeft de verantwoordelijkheid opgeëist.” Zegt Kim. “En ook een groep die zich de Geheime groep van de jihad van Al-Qaeda in Europa noemt. Volgens hen is de aanslag een wraakneming voor het bloedbad dat Groot-Brittannië heeft aangericht in Afghanistan en Irak.”
“Het was ook geen IRA-achtige aanslag.” Beaamt Helen. “Die waarschuwen meestal van tevoren. Deze aanslagen waren juist typerend voor El Qaeda: goed gecoördineerd en zoveel mogelijk slachtoffers maken, net als bij die aanslagen in Madrid. Maar ze weten het natuurlijk pas echt zeker als ze de daders hebben en als ze weten hoe het gebeurd is.”
“Raar dat ze dat nog niet weten.” Zegt Manon. “In Madrid wisten ze vrijwel direct na de aanslagen dat ze de bommen met mobieltjes hadden laten ontploffen.”
“Het zal hier wel moeilijker zijn, en waarschijnlijk niet met mobieltjes omdat de ontploffingen onder de grond plaats vonden. Meestal is de dekking daar niet bijzonder goed.” Denkt Helen. Ze schudt haar hoofd. “Ach, die arme Blair. Hij was net zo gelukkig. Eindelijk de G8 eens voorzitten en net de strijd om de Olympische Spelen voor 2012 gewonnen van Chirac.”
“Het is wel wrang dat steden als Moskou en Madrid zijn afgevallen vanwege het gevaar van terreur.” Manon raapt een groot, bruinig, opengereten ei op dat naast haar stoel ligt, het zit vol met een gele smurrie. “Als zo’n aanslag zou plaatsvinden tijdens de Spelen zou het een regelrechte ramp zijn.”
“Maar je kunt er weinig tegen doen.” Zegt Kim.
“Niet veel.” Helen wiegt zachtjes heen en weer in haar hangmat. “De Britten konden er natuurlijk op wachten. Het wemelt in Londen van de potentiële terroristen. Het is het Mekka van de radicale islam, heb ik eens iemand horen zeggen. Londonistan wordt het ook wel genoemd. Voeg daarbij het feit dat Bin Laden in 1998 een fatwa heeft doen uitgaan waarbij alle moslims de opdracht kregen om Amerikanen en hun bondgenoten te doden en het is prijs schieten.”
“Dus Nederland loopt ook gevaar?” Kim kijkt Manon bezorgd aan.
“Vast wel.” Zegt Manon nonchalant, ze gooit het ei weer op de grond en maakt er een foto van. “Onze geheime dienst jaagt ook achter jihadisten aan.”
“Maar in Nederland worden die allemaal weer vrij gesproken.” Zegt Helen zuur.
“Nou, allemaal... Alleen die Samir A.”
“Is dat ook een terrorist?” Wil Kim weten.
“Volgens de AIVD wel, maar er zijn niet echt bewijzen voor, dus hij is vrijgesproken.”
“Geen bewijzen voor!” Helen lacht cynisch. “Hij had plattegronden van de Tweede Kamer, Schiphol, de kerncentrale van Borsele en het ministerie van Defensie thuis op de keukentafel liggen.”
“Dat zegt toch niks.” Zegt Manon. “Misschien was hij wel met een kunstopdracht bezig, of een onderzoek voor een boek.”
“Kom op, Manon.” Helen kijkt haar ongelovig aan. “Hij had er aantekeningen op gemaakt wat voor wapens hij nodig zou hebben bij de verschillende doelwitten. En bovendien had hij ook nachtkijkers, bomonderdelen, een kogelvrij vest en vuurwapens thuis liggen.”
“Hij is toch ook voor verboden wapenbezit veroordeeld. Die plattegronden waren misschien wel bestemd voor het plegen van een misdrijf, zoals de rechtbank het stelde, maar er lag geen concreet plan voor een moord of een bomaanslag en intenties zijn niet voldoende voor een veroordeling. Gelukkig maar.”
“Maar hoeveel meer bewijs heb je dan nodig?” Roept Helen uit. “Er was zelfs een testament waarin staat dat zijn zoontje net als hij moet leven voor de jihad.”
“Absoluut een bewijs dat hij belangstelling heeft voor religieus-extremistisch geweld,” zegt Manon, “maar geen bewijs dat hij daadwerkelijk iets wilde gaan doen.”
“Moet je dan wachten tot iemand daadwerkelijk zijn aansteker bij het lontje van de bom houdt om hem vast te kunnen zetten?” Helen kijkt hulpzoekend naar Kim. “Eindelijk hebben ze iemand van die Hofstadgroep te pakken en nu laten ze hem weer lopen.”
“Wat is de Hofstadgroep?” Vraagt Kim.
“Dat is een terroristische groepering.”
“Volgens de AIVD.” Manon kijkt naar een groep zwarte vogels die dreigend om een andere heen staan die op zijn rug ligt. Een van de vogels heeft zijn pootje op het buikje van het slachtoffer gezet en is bezig hem in de buik te pikken. Het lijkt of de andere vogels hem aanmoedigen. “Het is in ieder geval een groep jonge mensen met extreme en gewelddadige opvattingen.”
“Oftewel terroristen!” Helen kijkt Manon vernietigend aan. “Een van hen is de man die Theo van Gogh vermoord heeft. Dat heb je toch wel gehoord?”
“Dat was niet te missen.” Knikt Kim. “Sindsdien moet ik me steeds verantwoorden dat ik uit een hysterisch land kom. In Spanje zijn de mensen rustig gebleven na die vreselijke aanslagen. Maar in Nederland ontplofte de boel direct: brandjes bij moskeeën en moslimscholen en ministers die roepen dat het oorlog is.”
“Het is waar.” Manon kan het tafereeltje niet meer aanzien en staat op om de sadistische zwarte vogels te verjagen. Het slachtoffer ligt met zijn kopje opzij, maar vliegt luid kwetterend weg als Manon hem wil pakken. Ze gaat weer zitten. “Wij zijn twee keer zo negatief over moslims dan bijvoorbeeld de Italianen en Spanjaarden. En we zijn er ook banger voor. Met name dat we straks onder het juk van de sharia moeten leven. En dan hadden wij maar één dode, hè, tegen Spanje bijna tweehonderd.”
“In Amerika geloven ze dan ook niet dat Nederlanders in staat zijn om iets tegen een radicale islam te doen.” Gaat Kim verder. “En na dat verhaal over die Hofstad-man geloof ik dat ze wel eens gelijk zouden kunnen hebben.”
“We zijn veel te soft.” Helen wrijft somber over haar buik. “We schipperen maar wat aan. Daardoor weten mensen niet waar ze aan toe zijn en dat geeft een hoop onzekerheid en angst.”
“Kijk eens, dames!” Geert plant een dienblad gevuld met koffie en appelgebak tussen hen in. Hij geeft Kim een hand. “Zo, leuk je eens te ontmoeten, maar jullie zadelen ons wel met iets op, hoor.”
“Hoezo?” Kim is overrompeld door deze opmerking.
“Jullie nieuwe ambassadeur.”
“Ik weet van niets.” Kim kijkt Helen hulpzoekend aan.
“Ik ook niet, hoor.” Zegt Helen. “Geert is journalist en dat soort types denken dat wij ook altijd alles maar weten.”
“Arnall!” Zegt Geert quasi gepikeerd. “Dames, jullie hadden best kunnen weten dat Bush ons met een politiek en diplomatiek onervaren vriendje opzadelt.”
“Is dat die man van dat louche bedrijf?” Vraagt Manon.
“Kijk!” Geert kijkt haar goedkeurend aan. “Het kan dus wel! Robert Arnall, van Ameriquest.”
“Maar dat ken ik wel.” Zegt Kim. “Het is een van de grootste hypotheekverstrekkers bij ons. Een heel fout bedrijf. Ze zijn ik weet niet hoe vaak al voor de rechter gedaagd voor misleiding. Ze dringen via zeer agressieve en dubieuze verkoopmethodes mensen leningen op tegen woekerrentes. Wordt die man ambassadeur van Nederland?”
“Ja.” Geert knikt triomfantelijk. “Dat kunnen we waarschijnlijk niet tegenhouden.”
“Hoe kan dat?”
“De Arnall’s hebben miljoenen dollars bijgedragen aan de herverkiezing van Bush in november. Hij zat in het Presidentiële Inauguratie Comité. Daar komen alleen de hyperdonateurs in. Het zijn echte Bush-fans. Ze vinden dat Amerika nu eindelijk een leider van grote integriteit en moed heeft, die de wereld zal bevrijden van de vloek van het terrorisme.” Hij gaat zitten en glimlacht cynisch: “En dat soort mensen hebben we in deze hectische tijden hard nodig.”

Gepubliceerd: 11-07-07. Vond plaats op: 11-07-05. Tags:  Groot-Brittannië ; terrorisme ; Verenigde Staten ;