Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 64: Over gevaarlijke stoomketels en homoseksuele necrofilie  »
 
Manon gaat het nieuwe huis van Fadona bekijken en ontmoet Ron. Fadona vertelt dat hij overspannen is omdat hij problemen op zijn werk heeft en bovendien is een vriend van hem omgekomen bij het ongeluk in de Amercentrale. Manon weet dat advocaten een proef gaan doen met no-cure-no-pay zaken, misschien is dat iets voor Ron. Ze drinken thee in (...)

“Je bent een van de eersten die mijn nieuwe huis komt bekijken.” Fadona loopt trots voor Manon uit de ruime hal in, waar een donkere, magere man op een ladder aan een luik staat te morrelen. Als hij beweegt schrikt Bobbe zich een ongeluk en keft hoog en snerpend naar hem. De man stapt van de ladder, loopt langs Manon en gaat vervolgens op zijn hurken zitten. “Zo, wat ben jij een mooi klein hondje.”
Bobbe komt aarzelend dichterbij. “Hoe heet jij dan?”
“Dat is Bobbe.” Zegt Manon. Bij het woord Bobbe likt het hondje de handen van Ron.
“Hij mag je.” Zegt Manon. Ze steekt haar hand naar hem uit. "En ik ben Manon."
Ron staat op. "Ik ben Ron."
“Ron houdt van alle honden en alle honden houden van Ron.” Fadona trekt haar mee de woonkamer in die in twee ruimtes is verdeeld. Er valt zacht licht over de donkere houten vloer die bezaaid is met dozen. Aan de achterkant ligt een kleine stadstuin en in de hoek ligt de keuken. “Hij werkt hier tijdelijk. “Het is een soort therapie voor hem. Hij is overspannen want hij heeft pas een heel goede vriend verloren bij dat ongeluk in de Amercentrale.”
“Wat vreselijk.” Manon kijkt haar vriendin geschokt aan. “Was hij één van die vijf doden?”
Fadona knikt. “Ron werkt zelf ook bij zo’n gritstralersbedrijf en nu heeft hij voortdurend nachtmerries dat hij zelf bedolven wordt onder een steiger van vijfenzestig meter hoog.”
“Ik heb erover gelezen. Die steiger was te zwaar geworden van al dat spul dat van de ketelwand afkwam. Dat hadden ze er natuurlijk ook steeds af moeten vegen.”
“Volgens Ron hadden ze daar geen tijd voor. Ze hadden te horen gekregen dat het bedrijf waar ze voor werkten een boete van twee miljoen euro zou moeten betalen als het werk niet op tijd af was.”
“Nou en! Daar hoef je je veiligheid toch niet voor op het spel te zetten?”
“De baas ontkent dat nu natuurlijk." Zegt Fadona. “Volgens hem was overbelasting van de steiger niet mogelijk, omdat de hoeveelheid grit die uit de ketel afgevoerd moest worden precies bekend is."
“Dat zou ik ook zeggen als ik de baas was." Manon snuift. "Maar wel sneu voor Ron dat hij daar nu zo door van slag is.”
“Dat was niet het enige, hoor. Hij heeft al een tijdje vreselijk veel ruzie en gedoe op zijn werk. Ook over arbeidsvoorwaarden. Hij is met advocaten in de weer en zo.”
“Vervelend."
“En duur, want die advocaten kosten handen vol geld. Wil je thee?”
“Lekker.” Manon leunt tegen het aanrecht. “Kan hij niet meedoen met die no-cure-no-pay-proef waar die juristen nou mee bezig zijn?”
“Dat is alleen voor letselschade,” Fadona steekt het gas onder het keteltje water aan, “en voor mensen die zelf geen rechtsbijstand kunnen betalen. Ron heeft natuurlijk gewoon inkomen.”
“Ik vind het wel goed dat ze daar nou iets mee gaan doen, want het is treurig als mensen door schuld van anderen in de problemen komen.” Manon pikt een chocolaatje van het schaaltje. “Pauline, een vriendin van me, zit in de WAO doordat ze door een of andere idioot van haar fiets is gereden. Als je wist wat een gezeik die niet heeft gehad om enigszins haar recht te krijgen. Die proef had voor haar een paar jaar geleden moeten komen, dan was het hele proces een stuk makkelijker geweest.”
“Als het positief uitpakt zul je het ook wel op andere gebieden krijgen. Het schijnt dat negentig procent van de letselschadeadvocaten al gevraagd wordt om op basis van no cure no pay een zaak te behandelen.” Fadona schenkt het kokende water in de pot. Nu mogen ze het nog niet.”
“Dan zullen ze wel blij zijn met deze aankondiging.” Manon kijkt naar de Bobbe en Caro die in de tuin. “Wij hebben een rechtsbijstandverzekering. Maar daar heb je eigenlijk niks aan. We hebben er één keer gebruik van gemaakt. Totaal onbevredigend. Na heel veel heen en weer geschrijf en gebel kregen we uiteindelijk te horen dat ze vonden dat we in ons recht stonden, maar dat ze van een proces af zagen omdat ze verwachtten dat het een lange slepende kwestie zou worden. Het zou natuurlijk te veel geld gaan kosten.”
“Daar neem je toch zeker geen genoegen mee?”
“In eerste instantie niet. Maar op een gegeven moment waren we het strijden moe, dus toen hebben we het maar laten zitten.”
“Niks voor jou.” Fadona pakt het dienblad met de kopjes, de koekjes en het schaaltje chocolade. “Zullen we in de tuin gaan zitten? Neem jij de theepot maar mee.”
Achter in de tuin is een terrasje met zicht op een klein vijvertje, half verscholen achter geelbruine rietstengels. Er drijven een paar bruine eikenbladeren op het water.”
“Vind je niet?" Zegt Fadona enthouasiast. "Daar was ik gelijk verliefd op toen ik het huis zag.”
“Zit er vis in?” Manon tuurt in het donkere water.
“Ik heb nog niets gezien. Gisteren zaten er wel twee eenden. Twee van die donkere met groen. Vreemd, want meestal zie je een mannetje en een vrouwtje samen.”
“Misschien homo’s. Dat komt voor bij wilde eenden. Ik las in de krant dat iemand onderzoek heeft gedaan naar de homoseksuele necrofilie bij de wilde eend. Hij heeft er nog een prijs voor gekregen ook.”
“Homoseksuele necrofilie?” Fadona trekt een vies gezicht.
“Die wetenschapper is op het idee gekomen toen er een wilde eend tegen het glas vloog en twee meter verderop dood neerviel. Een andere eend, ook een mannetje, had hem als een dolleman achtervolgd en nadat hij dood neerviel heeft hij hem iets van vijf kwartier verkracht.”
“Nou ja!”
“Hij heeft er de Ig-Nobelprijs voor gekregen voor het meest nutteloze onderzoek. Of nutteloos... het gaat om onderzoek dat in eerste instantie lachwekkend is, maar je wel aan het denken zet. De prijs wordt elk jaar uitgereikt door een of ander semi-wetenschappelijk Amerikaans tijdschrift.”
“In mijn vijver worden, voor zover ik weet, geen onzedelijke handelingen verricht.” Fadona houdt haar hoofd scheef als ze politiesirenes hoort. “Wat is er toch allemaal aan de hand?”
“Het is goed mis bij De Blauwe Aanslag. Toen ik naar jou toe reed was ik ook al omringd door politie- en ME-wagens.”
“Heeft de gemeente nou eindelijk een sloopvergunning afgegeven?”
“Blijkbaar. Ik heb gehoord dat Deetman eigenlijk nog niet gelijk wilde ontruimen, maar toen de krakers spullen van het dak gingen gooien en vuurtjes gingen stoken op straat heeft hij de politie ingezet.”
“Ik ken er aardig wat mensen,” zegt Fadona bezorgd, "ze zitten er al twinitg jaar. Hopelijk zijn die naar het nieuwe pand gegaan, dat ze van de gemeente gekregen hebben.”
“Ik hoop het ook voor ze, want ik hoorde op de radio dat het niet leuk gaat worden.” Manon knabbelt aan een koekje “Er zijn agenten op paarden en ze gaan waterkanonnen inzetten. Om mensen van het dak naar binnen te jagen.”
“Ik hoor net op de radio dat ze De Blauwe Aanslag aan het ontruimen zijn.” Roept Ron vanuit de deuropening.
“Manon vertelt het net.”
“Ik ga even kijken. Gaan jullie mee?”
Fadona kijkt haar vragend aan.
“Nee, dank je wel.” Manon schudt haar hoofd. “Het schijnt een vreselijke chaos te zijn op straat, want er komen natuurlijk ontzettend veel relschoppers op zo’n ontruiming af.”
“Wij blijven hier, Ron.” Fadona werpt hem een kushandje toe. “Maar ga jij maar gerust.”
“Hoe zit dat nou?” Manon buigt zich samenzweerderig naar haar vriendin toe als Ron weg is.
“Nee, niet wat je denkt!” Fadona lacht. “Ron is heel aardig, zeker voor Cara, maar geen type om de liefde mee te bedrijven. Maar ik hou hem wel, want hij kan goed klussen.”

26 maart 2004 - De Nederlandse Orde van Advocaten heeft een akkoord bereikt over een proef met een zogenoemde ’no cure no pay’-regeling in letsel- en overlijdensschadezaken. Het experiment geldt voor vijf jaar.

14 oktober 2006 - ‘Het wordt advocaten wettelijk verboden te werken volgens een systeem van ‘no cure no pay’. Minister Hirsch Ballin (CDA, Justitie) heeft dit aangekondigd in een brief aan de Tweede Kamer.

BREDA, 27 OKT 2005. De ontwerper en de bouwers van de ingestorte stelling in de Amercentrale in september 2003 wordt ernstige fouten' ennalatigheid’ verweten.
Er is ,,onachtzaam, nalatig en onnadenkend’’ gehandeld, zei officier van justitie H. Donker gisteren voor de rechtbank van Breda. Maar vóór de bouw begon was er in zijn ogen al een ,,ernstige fout’’ gemaakt. Uit het onderzoek is gebleken dat het ontwerp van de zeventig meter hoge steiger al ondeugdelijk was.
In de regiezitting legde Donker ontwerper Marc. S., ingenieur van het Belgische steigerbouwbedrijf Albuko, dood door schuld ten laste, alsmede het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De officier van justitie klaagde ook Albuko, diens Rotterdamse moederbedrijf Hertel en hoofdaannemer CMI uit Bergen op Zoom aan voor dood door schuld. (NRC Handelsblad)

24 mei 2006 De rechtbank van Breda heeft Marc S., de ontwerper van de ingestorte steiger in de stoomketel van de Amercentrale, vanmiddag veroordeeld tot een jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf wegens dood en zwaar lichamelijk letsel door schuld.
De rechtbank oordeelde dat de steiger ernstige tekortkomingen vertoonde. De steiger, die 160 ton woog, was volgens de rechtbank instabiel. In het onderste deel van de steiger ontbraken de noodzakelijke schorren en de steiger was onvoldoende verankerd.
De rechtbank verweet S. Roekeloos handelen. Zelfs toen de steiger een waarschuwing gaf bij de bouw - enkele stangen bogen door - sloeg S. Die in de wind, aldus de rechtbank. Op 28 september 2003 stortte de 77 meter hoge steiger in. De Belg S. Is bij geen van de zittingen in de rechtbank aanwezig geweest, hetgeen de rechtbank hem zeer kwalijk nam.
Werkgever Albuko van S., een Belgische steigerbouwer, kreeg een boete van 450.000 euro voor dood en zwaar lichamelijk letsel door schuld. Het bedrijf week tijdens de bouw af van de tekening zonder een herberekening te maken. Het Nederlandse zusterbedrijf Hertel kreeg een boete van 300.000 euro. Het bedrijf werd medeverantwoordelijk gesteld voor het ontwerp, de bouw en de oplevering van de rampsteiger. Hoofdaannemer CMI van het onderhoudswerk in de centrale werd veroordeeld tot een boete van 100.000 euro voor dood en zwaar lichamelijk letsel door schuld.NRC Handelsblad)

DEN BOSCH, 5 febr 2007 . Drie aannemers die vorig jaar door de rechtbank in Breda zijn veroordeeld voor het fatale steigerongeluk in de Amercentrale in 2003 hebben hun hoger beroep ingetrokken. Ook justitie heeft haar appèl ingetrokken, waardoor de opgelegde boetes onherroepelijk zijn geworden. Het hoger beroep inzake de rechtszaak tegen ontwerper M.S. blijft wel staan. S. was veroordeeld tot een jaar celstraf wegens dood door schuld.

Gepubliceerd: 03-10-05. Vond plaats op: 03-10-03. Tags:  bedrijfsongelukken ; fauna ; Nobelprijs ; recht ; woningmarkt ;