Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 67: Over biologische adoptiekippen en trouwlustige gangstermeisjes   »
 
Manon en Felix ontmoeten Godelieve en Guus op het verjaardagsfeest van Helen, die een adoptiekip cadeau krijgt. Godelieve en Guus proberen hun relatie weer te lijmen. Ze praten over Mabel, de verloofde van prins Johan-Friso, die een vermeende relatie heeft gehad met de crimineel Klaas Bruinsma.

“Daar staat de jarige.” Felix wijst naar de achterwand, waar Helen met Godelieve en Guus staat te praten. Haar blonde haar is opgestoken met een zilveren speld en ze heeft een sjiek zwart pak aan.
“Gefeliciteerd, Helen.” Manon omhelst haar vriendin. “Wat zie je er mooi uit. Je zou niet zeggen dat je al weer veertig bent.”
“Oud, hè?”
“Volgens Midas Dekkers is elk jaar dat je na je veertigste nog leeft meegenomen.” Felix drukt Helen een fles wijn in de handen. “Een mens hoort, biologisch gezien, niet ouder dan veertig te worden, dus elk jaar dat je langer leeft is een extraatje van moeder natuur.”
“Geweldig!” Helen lacht. “ Dan ga ik vanaf nu genieten van elke dag.”
“Hè, hè, nu kunnen we eindelijk het cadeau geven.” Godelieve opent haar tas en geeft Helen een doos en een envelop. “Alsjeblieft! Van ons vieren.”
Helen bekijkt de doos. “Hee, eieren.” Ze maakte de envelop open. “En een kip!” roept ze lachend uit als ze de bon ziet voor de adoptiekip.
“Verhip een kip.” Guus lacht een beetje onnozel.
“Je kunt haar met een webcam volgen via internet en je kunt elke maand een doos eitjes van haar afhalen bij een van de verkooppunten.” Godelieve trekt een folder uit de envelop. ”Hier staat het allemaal in. En je mag haar zelf een naam geven.”
“Leuk zeg.” Helen draait zich om naar haar vrienden bij de bar. “Kijk eens, jongens, ik heb een kip gekregen. Hoe zal ik haar noemen?”
“Katrien.”
“Eefje.”
“Nee, Mabel.”Er wordt gejoeld. “Noem haar Mabel.”
“Ze heet dus Mabel.” Helen lacht. “Ga lekker zitten, jongens, en neem thee en taart.
“Als jullie daar nu lekker gaan zitten met Bobbe,” Guus wijst naar een tafeltje bij het raam, “dan haal ik een paar lekkere dingen.” Hij kijkt verlangend naar het kleurige taartenbuffet.
Manon, Felix en Godelieve gaan aan een klein tafeltje zitten waar ze de ruimte goed kan overzien. Felix haalt een paar extra stoelen en begint over het cadeau te mopperen. “Een adoptiekip! Hoe verzinnen jullie het?”
“Dat is toch leuk!” Manon kijkt hem enthousiast aan. “Op deze manier stel je een boer in staat een biologische kip voor een jaar te houden want zijn afzet is gegarandeerd.”
“Ze kunnen dat geld voor al dat foldermateriaal en die webcams toch beter gewoon in die kippen steken? Daar hebben die kippen toch veel meer aan? En biologische eieren kun je altijd wel kopen.”
“Die kip was een schot in de roos.” Guus zet een paar schoteltjes taart neer. “Go en ik hebben er ook een. Ze heet Sofietje.”
“Jullie zijn er allebei goed uit trouwens.” Helen trekt een stoel bij en kijkt Guus en Godelieve opgewekt aan. “Opvallend, want mensen met relatieproblemen horen er afgetobt uit te zien.”
“Zo voel ik me anders wel.” Guus strijkt door zijn haar en staat op. “Excuseer me even.”
“Helen, verdorie. Kon je dat niet wat subtieler doen?” Felix kijkt haar geërgerd aan.
“Er zit wel iets van verbetering in de situatie,” Godelieve kijkt peinzend naar de verdwijnende Guus, “maar ik ben er nog lang niet uit, hoor.”
“En kun je er wel een beetje met hem over praten?” Vraagt Manon.
“Nee, je weet hoe hij is. Hij hoort alleen zichzelf maar praten.” Godelieve zucht. “We draaien in een kringetje rond: hoe meer we praten, hoe meer we vast lopen.”
“Als ik ergens iets van waarde kan toevoegen moet je het zeggen.” Manon neemt een hapje taart.
“Nee, dit moeten we toch samen doen.” Godelieve slaakt opnieuw een diepe zucht. “Maar ik ben zo moe. Zo moe van alles. Ik slaap niet meer en als ik in slaap val heb ik nachtmerries. Ik wil eigenlijk alleen nog maar uitrusten.”
“Als het je te veel wordt, kun je altijd weer komen logeren.” Helen slaat haar arm om Godelieve’s schouder. “Maar je bent in ieder geval nog in staat om leuke cadeaus te verzinnen. En vind je Mabel geen leuke naam?”
“Mabel, ken je me nog?” Zegt Felix met donkere stem. Hij buigt zich plotseling voorover naar Helen en kijkt haar doordringend aan.
“Gelukkig ben je niet zo eng als die rare Charlie.” Helen deinst echter een beetje achteruit, enigszins nerveus door Felix’ dwingende ogen. “Maar hij rakelt wel wat op, hè? Met zijn verhaal dat mevrouw Wisse Smit indertijd toch wel degelijk verschillende keren heeft geslapen op de boot van die crimineel....”
“Klaas Bruinsma.” Helpt Manon. “Het is inderdaad een vaag verhaal. Eerst zegt ze dat er ’contacten’ zijn geweest gedurende enige maanden. En nu blijkt weer dat ze op die boot geslapen heeft.”
“Met Bruinsma waarschijnlijk.” Vult Helen aan. “Dat was anders best een lekker ding.”
Voor alle duidelijkheid: ik heb geen liefdesrelatie gehad met de heer Bruinsma.” Doet Manon met een geaffecteerd stemmetje Mabel na. “De heer Bruinsma bezat enkele boten; ik voer ongeveer zes keren samen met hem en anderen mee. Twee à drie keer was dat op de Neeltje Jacoba. Hierbij werd soms ook gegeten en overnacht op de boot.
Er wordt gelachen.
“Waar hebben jullie zo’n plezier om?” Guus gaat weer zitten. Zijn ogen zijn een beetje rood en de binnenkant van zijn bril is een beetje vochtig. Hij ziet er nu daadwerkelijk afgetobt uit.
“Om jou natuurlijk.” Zegt Helen vals, maar als ze Guus’ verschrikte gezicht ziet zegt ze vlug: “Nee, joh, om Manon’s Mabel-imitatie. Doe het nog eens, Manon?”
By the way, Johan Friso,” gaat Manon verder, aangemoedigd door het gelach, “die lange dominee waar ik het toen over had, dat was eigenlijk niet echt een dominee en die dikke man die altijd bij hem was, was niet zijn koorknaap, maar zijn lijfwacht. Afijn, vertel jij het je moeder, dan handel ik de pers wel af.
“Wat vind je dan van die Charlie?” Zegt Guus, als hij uitgelachen is.
“Een lijfwacht van iemand uit de onderwereld lijkt me niet de meest betrouwbare getuige.” Felix neemt een slokje thee.
“Maar waarom zou hij liegen over het feit dat hij Mabel bij Bruinsma heeft ontmoet op die boot? Daar heeft hij toch geen enkel belang bij?” Godelieve prikt lusteloos in haar taartje. “Hij woonde daar met die Bruinsma.”
“Zegt-ie.” Zegt Felix.
“Trix zal er in ieder geval niet blij mee zijn.” Denkt Godelieve. “Die Peter R. de Vries rakelt wel weer wat op.”
“Het laat in ieder geval goed zien hoe diepgaand de onderzoeken van de AIVD zijn.” Zegt Felix. “Wat een klungelwerk! Die hadden het onderzoek naar Mabel toch afgerond moeten hebben voordat de verloving bekend werd gemaakt? Het is natuurlijk niet best dat zo’n onbenullige misdaadverslaggever iets heeft opgediept wat zij nooit hebben gevonden.”
“Hoe komt hij in hemelsnaam aan die onappetijtelijke, dikke Chileen?” Vraagt Helen zich af. En hoe is hij er achter gekomen dat die dikke Chileen Mabel kent? Volgens die Charlie wist Mabel heel goed wie Bruinsma was en met welke praktijken hij zich bezig hield.”
Nee, hoor.” Manon zet haar bekakte stemmetje weer op. ”Ik heb hem tijdens die tochten nooit een vuurwapen zien dragen. Ik ben dus ook nooit getuige geweest van het schieten op bierblikjes en het daarbij afsluiten van weddenschappen. Ik herinner mij geen Charlie en evenmin kan ik mij een Chileen herinneren."
“Jeetje, Manon, wat heb je je goed ingeleefd.” Guus kijkt haar met open mond aan.
“Je weet toch dat ik zeer koningsgezind ben, ik ben dol op Beatrix dus alles wat haar aangaat, gaat mij ook aan.”
“Jij?” Helen kijkt haar ongelovig aan. Dan kijkt ze vragend naar Felix.
“Het is echt zo.” Felix haalt berustend zijn schouders op. “Alleen Beatrix, hoor.”
“Ik heb erg met haar te doen.” zegt Manon. “Eerst die affaire Maxima. Een schoondochter met een foute vader te hebben lijkt me niet makkelijk.”
“Ze weet wat het is, want ze had zelf ook een foute vader.” Zegt Guus droog.
“Dan gaat haar geliefde dood,” Manon werpt hem een humeurige blik toe, “vervolgens krijgt ze haar nichtje Margarita met haar opportunistische man Edwin op haar dak en nu weer dit gezeur.”
“Maar dit gezeur gaat wel trouwen met een potentiële troonopvolger.” Merkt Guus op. “Ze willen het parlement om goedkeuring vragen voor hun huwelijk.”
“Dat zou dom zijn.” Manon fronst haar wenkbrauwen. “Die jongen moet gewoon afstand doen van de troon en lekker met zijn gangstermeisje trouwen, als hij haar tenminste nog wil.”
“Ik geloof nooit dat ze toestemming krijgen nu dit aan het licht is gekomen.” Zegt Felix. “En dat is maar goed ook, want voor je het weet heeft de onderwereld zich op Huis ten Bosch genesteld.”
“Dat gebeurt dan toch wel. Toestemming of niet.” Denkt Guus. “Er even van uitgaand dat ze zonder de toestemming van het parlement alsnog trouwen, dan komt Mabel toch zeer dicht bij de koningin en de andere leden van het koninklijk huis te staan. En ze zal vermoedelijk ook wel haar kleinkind baren.”
“Van Johan-Friso?” Godelieve kijkt hem ongelovig aan. “Die is toch homo? Nee, dat wordt vast een platonische relatie.”

Prins Johan Friso en Mabel Wisse Smit zijn op 24 april 2004 getrouwd. Friso verloor door dit huwelijk zijn status als reservekoning, de erfelijke titel prins van Oranje-Nassau en zijn lidmaatschap van het Koninklijk Huis.

Gepubliceerd: 06-10-05. Vond plaats op: 06-10-03. Tags:  fauna ; koninklijk huis ; misdaad en corruptie ;