Kiekje
 
 
 
afbeelding afbeelding
«  Aflevering 86: Over koninklijke bastaardjes en dominante intriganten  »
 
Manon en Felix zijn bij Pauline en Jan-Willem. Ze praten over de brief die prins Bernhard naar de pers geschreven heeft waarin hij een aantal zaken uit zijn leven wil toelichten. Over zijn moeder, zijn buitenechtelijke kinderen en de Lockheedaffaire.

“We hebben een nieuwe theorie.” Pauline strekt zich genoeglijk uit op de bank en kijkt Manon en Felix beurtelings aan. “Het gaat over Guus. Wij denken dat hij homo is.”
“Guus? Homo?” Manon is stomverbaasd. “Hoe kom je daar nou bij?”
“Hij vertelde ons dat hij van huisarts was veranderd omdat die nieuwe zulke mooie ogen heeft.”
“Typisch Guus.” Manon lacht. “Maar dat wil toch niet zeggen dat hij daarom homo is?”
“Nou, kom op, Manon, dat is toch een beetje raar.”
“Guus is nou eenmaal een beetje raar.” Manon haalt haar schouders op. “Hij heeft een relatie van bijna twintig jaar met Godelieve achter de rug. Dat had hij dan toch ook niet volgehouden?”
“Die relatie is anders wel mis gegaan. En ik vind ook dat hij op een rare manier met vrouwen omgaat.”
“Niet met mij. Hij is altijd heel gezellig.”
“Maar jij maakt ook korte bochten met homo’s.” Zegt Felix.
“Laat het maar eens bezinken.” Pauline’s oog valt op de krant. “Wat vinden jullie nou van de brief die Prins Bernhard heeft geschreven? Van een heleboel dingen wist ik niks af, maar ik ben nu natuurlijk zeer geïnteresseerd geraakt.” Ze lacht samenzweerderig. “Vooral dat verhaal van die moeder. Wie heeft er nou ooit van de moeder van Prins Bernhard gehoord?”
“Prinses Armgard.” Jan-Willem knikt bedachtzaam. “Maar nu weten we het allemaal en we smullen ervan.”
“Hoe zat het ook al weer met die moeder?” Vraagt Manon.
“Volgens het roddelcircuit heeft ze nogal wat keertjes in bootjes liggen rollebollen en uit een van die affaires zou de kleine Bernhard geboren zijn.”
“Dus Bernhard is eigenlijk een bastaard?”
“Hij ontkent dit natuurlijk ten stelligste.” Jan-Willem buigt zich naar voren om een handje nootjes te pakken. “Hij wil dit nu allemaal recht zetten in die brief. Volgens hem hadden zijn ouders een heel gelukkig huwelijk en zijn vader, die hij overigens als zijn echte vader presenteert, was op en top een gentleman.”
“En die kolonel was gewoon een huisvriend.” Zegt Pauline met een vette knipoog. “Je weet wel.”
“Toen Bernhard’s echte vader dood ging,” bij het woord echte kromt Jan-Willem zijn vingers als quotes, “bleef de kolonel bij hen wonen maar volgens Bernhard was er geen sprake van een liefdesrelatie. Het was... hoe schreef hij dat nou...” hij pakt de krant en bladert erin. “Hier, hun onderlinge verhouding werd tot het einde toe gekenmerkt door een bepaalde mate van afstandelijkheid.”
“Maar hij wordt ook beschreven als haar levensgezel.” Zegt Pauline.
“Wat maakt het uit.” Manon haalt ongeduldig haar schouders op. “Wat mij meer interesseert zijn zijn eigen bastaardjes. Zegt hij daar nog iets over?”
“Onzin. Volgens Bernhard althans. Dat zegt hij in ieder geval over de zoons in Londen. Over die dochter in Parijs heeft hij het verder niet.”
“Dat zal dan dus wel waar zijn.”
“Alexia. Die is even oud als Willem-Alexander.” Pauline grijpt de witte kat, die zich in de vensterbank tegoed wil doen aan de paarse krokusjes die Manon heeft meegenomen. “Dus het is heel goed mogelijk dat Trix een Frans zusje heeft, dat even oud is als haar eigen zoon. Ze hebben ook bijna dezelfde naam. Maar hij zegt dat hij niet in de positie is om er iets over te zeggen.” Ze lacht veelbetekenend. “Nou, dan weet je het wel. Waar rook is, is vuur zou Schwarzenegger zeggen. Ik vind het eigenlijk wel grappig dat hij misschien een onecht kind is en dat hij zelf ook weer onechte kinderen heeft gemaakt.”
“Waarom zou die man nou toch zo’n brief schrijven?” Felix krabt zich achter zijn oor. “Daar jaagt hij toch alleen maar de pennen van de roddeljournalistiek mee aan? Hij is nu al zo oud, als ik hem was had ik het maar laten rusten.”
“Ik kan me juist voorstellen dat hij op het eind van zijn leven nog een aantal dingen recht wil zetten.” Zegt Manon. “Het lijkt me vreselijk als er zoveel kletspraatjes over je rond gaan.”
“Hij ontkent ook dat hij een brief heeft geschreven aan Hitler...” Zegt Felix.
“Het was toch Himmler?”
“Kan ook wel, het is in ieder geval die brief waarin hij aanbiedt om stadhouder van Nederland te worden.”
“Ook dat ontkent hij. ” Jan-Willem maalt met veel kabaal de nootjes weg. “Die bestaat niet volgens Bernhard en er zijn ook nooit bewijzen van gevonden. Hij looft zelfs een miljoen uit voor de degene die hem de brief laat zien.”
“Ik geloof het ook niet.” Manon neemt het voor de prins op. “Bernhard is volgens mij altijd wel recht door zee geweest.”
“Bernhard? Recht door zee?” Jan-Willem schiet in de lach. “Dat is een goeie, en de Lockheed-affaire dan?”
“Nou ja,” zegt Manon onwillig, “het was nou eenmaal een flamboyante man die geen rol achter de schermen wilde spelen. En hij stond natuurlijk altijd in de schaduw van Juliana.”
“Juul stond juist in de schaduw van hem.” Verbetert Pauline haar. “En dat is geen excuus om daarom maar een miljoen dollar aan smeergeld aan te nemen.”
“Het is nooit echt bewezen dat Bernhard zelf dat geld heeft ontvangen,” zegt Jan-Willem, “maar er zijn wel geldstromen ontdekt bij relaties van hem, waaronder weer diezelfde kolonel.”
“Ho, ho.” Felix steekt zijn vinger op. “Er zijn anders wel twee handgeschreven briefjes van hem gevonden waarin hij het management van Lockheed om geld vraagt voor zijn bemiddeling om de Koninklijke Marine die P-3 Orion te laten aankopen.”
”Wat is een P-3 Orion?” Wil Manon weten.
“Een vliegtuig.” Antwoordt Jan-Willem en wendt zich tot Felix. “Is hij daar eigenlijk ooit voor veroordeeld?”
“Voor zover ik weet niet. Ze waren veel te bang dat het koningschap van Juliana in gevaar kwam. Maar om hem toch een flinke douw te geven moest hij zijn functie als inspecteur-generaal van de krijgsmacht neerleggen.”
“Ze hadden hem voor de krijgsraad moeten slepen.” Zegt Jan-Willem wraaklustig. “Als een gewoon militair dit zou hebben gedaan was dat zeker gebeurd.”
“Maar het was nou eenmaal geen gewone militair.” Zegt Manon. “Dat hij zijn uniform niet meer in het openbaar mocht dragen is een verschrikkelijke straf voor iemand die zo van uiterlijk vertoon houdt.”
“Zou hij er op paleis Soestdijk nog wel in rondparaderen?” Vraagt Pauline zich af. “Misschien mag hij nog wel eens generaaltje spelen in de toneelstukken van Juliana.”
“Toch kan ik er niet zo mee zitten dat hij nu eens van zich afslaat.” Zegt Manon. “Een mens moet af en toe zijn hart eens kunnen luchten.”
“En als je tweeënnegentig bent begint de tijd te dringen.” Pauline staat op. “Ik heb trek in een bakkie koffie. Willen jullie ook?”
“Lekker.” Zegt Manon.
“Doe mij maar zwart.” Zegt Felix. “Goh, dat was wel een schandaaltje toen met Bernhard. Ik herinner me dat nog goed. Dat was onder Den Uyl. Wat zat die man daarmee in zijn maag.”
“Hoe denk je dat Balkenende zich nu voelt?” Jan-Willem trekt de witte poes opnieuw bij de krokusjes weg. “Onbegrijpelijk dat hij toestaat dat Bernhard zo’n brief schrijft.”
“Moet Bernhard daar toestemming voor hebben?” Vraagt Manon verbaasd.
“Leden van het Koninklijk huis vallen onder de ministeriële verantwoordelijkheid. Balkenende heeft ingestemd met de brief maar wel met de opmerking erbij dat hij geen verantwoordelijkheid kan dragen voor de inhoud.”
“Dat kan ik me voorstellen. Hij kan toch niet verantwoordelijk worden gehouden voor wat Bernhard schrijft?”
“Dat zou hij wel willen.” Zegt Felix. “Maar Balkenende is verantwoordelijk voor alles wat de leden van het Koninklijk huis doen. De ministeriële verantwoordelijkheid houdt niet zomaar op omdat hij er even geen zin in heeft.”
“Ach, hij dacht natuurlijk: laat die ouwe nou ook zijn zegje maar eens doen.” Jan-Willem haalt zijn schouders op. “Maar ik ben bang dat dit muisje nog wel een staartje voor hem zal krijgen. Bernhard kan niet zomaar, zogenaamd voor eigen rekening, uit zijn koninklijke rol stappen. Het is net zoiets als toen die situatie met koning Boudewijn. Die was ook een dag even geen koning omdat hij wegens gewetensbezwaren weigerde een abortuswetsvoorstel te ondertekenen.”
“Vanuit menselijk standpunt wel begrijpelijk.” Vindt Manon.
“Maar het zijn nu eenmaal geen gewone mensen. De prijs die je betaalt voor het prinsschap.”
“Ik ben benieuwd wat Juul hier allemaal van vindt.”
“Juliana?” Jan-Willem lacht cynisch. “Die vindt niet veel meer volgens mij. Het zal mij benieuwen of ze haar vijfennegentigste verjaardag nog haalt.”

Gepubliceerd: 08-02-06. Vond plaats op: 08-02-04. Tags:  gaming ; koninklijk huis ; monarchie ; politiek binnenland ;